Federatienieuws
Federatienieuws

Jong geleerd is oud gedaan

Plaats een reactie
Getty Images
Getty Images

Het aniostekort is een kwestie waar de afgelopen maanden menig opiniestuk aan is gewijd. De hamvraag: waar blijven ze? Zijn ze fulltime met een promotietraject bezig? Of hebben ze toch hun witte jas aan de wilgen gehangen?

We speculeren erop los. Wat vaststaat, daarentegen, is dat de vele overuren die (jonge) dokters draaien het onaantrekkelijker maken voor nieuw talent om die aniospositie aan te nemen. Jonge artsen werken gemiddeld 7,7 uur per week over, blijkt uit onderzoek van De Jonge Specialist.1 Dat coassistenten hier al aardig voor worden warmgedraaid, bevestigt de jaarlijkse enquête van De Geneeskundestudent: ook zij overschrijden de wettelijk vastgelegde werkweek gemiddeld met 6 uur.2

Een goede voorbereiding…

Van coassistenten wordt verwacht dat ze goed beslagen ten ijs komen. Dat is logisch, de leercurve is immers steiler wanneer er een goede voorbereiding aan vooraf is gegaan. Hiervoor is het noodzakelijk om na de middagoverdracht dieper in te gaan op de casuïstiek van de komende dag. Boven­dien wordt bij vrijwel elk coschap verwacht dat er een presentatie wordt gegeven of een kort onderzoekje wordt uitgevoerd. Deze extra taken worden in de avonduren voor­bereid. Dit leidt er al snel toe dat een werkdag langer is dan de richtlijn van de Neder­landse Federatie van Universitair Medisch Centra (NFU) voorschrijft; de maximaal gevraagde inzet van een coassistent is 46 uur per week, inclusief onderwijs en zelf­studie.3

De keerzijde

Dat coassistenten overuren maken is al jaren een feit. Zo werd al in 2014 in Arts in Spe geschreven dat coassistenten 54 uur per week aan hun studie besteden.4 Van artsen hoor je dezelfde boodschap: ‘Toen ik coassistent was, leefden we in het ziekenhuis en gingen we niet zomaar naar huis na de overdracht’. Recente cijfers van De Genees­kunde­­student laten hetzelfde beeld zien. In 2021 werkten coassistenten gemiddeld 51 uur per week en in 2022 steeg dit naar 52 uur.2 5 Daarnaast hebben sommige coassistenten een bijbaan om te voorkomen dat ze met een grote schuld hun carrière starten of ondernemen nevenactiviteiten, zoals een bestuursfunctie of betrokkenheid bij onderzoek.

Men kan zich afvragen of het überhaupt een probleem is om veel uren te maken. Hoe meer uren, hoe meer je leert, toch? Maar daar zit een keerzijde aan. In 2023 kwam uit onderzoek naar voren dat bijna een kwart van de studenten een hoog risico op burn-out heeft, waarbij de grootste groep aangaf graag hulp te krijgen bij het stellen van tijdsgrenzen.6 Het niet naleven van de NFU-richtlijn werkt een ongezond leer­klimaat in de hand en zorgt ervoor dat artsen in spe al opzien tegen hun toekomstige werkweek voordat ze aan hun eerste baan zijn begonnen. De richtlijn is er niet voor niets.

Bijna een kwart van de studenten heeft een hoog risico op burn-out

Best practices

Maar hoe moet het dan wel? Als huidige coassistenten, die van ziekenhuis naar ziekenhuis hoppen, krijgen we overal een kijkje in de keuken. Dit biedt de mogelijkheid om zogenaamde best practices in ons op te nemen.

Een mooi voorbeeld uit de praktijk kregen we van neuroloog Suzanne Booij (voorzitter LAD). De coassistenten zijn daar op de poli ingeroosterd met eigen patiënten tot 15:00 uur. Daarna kunnen ze naar de co-kamer om de patiënten van de volgende dag voor te bereiden, nog iets extra’s op te zoeken of te werken aan hun presentatie. De werkdag van coassistenten eindigt om 17:00 uur, tenzij een coassistent een korte avonddienst meeloopt tot 19:30 uur. Door deze regeling aan te bieden, hebben ze de soms ongemakkelijke drempel weggenomen om ‘vrij te vragen’. Dit leidt tot beter voorbereide en minder burn-outgevoelige coassistenten.

Ook de Vrije Universiteit kwam onlangs met een goed initiatief. Zij bieden sinds kort snipperdagen aan; een dag die een coassistent geheel naar eigen wens mag invullen, waardoor er meer flexibiliteit wordt geboden. Hier gelden uiteraard regels voor; zo mag een coassistent maximaal één vrije dag opnemen voor een coschap dat zes weken duurt en gaat dit altijd in overleg. De afdeling Gynaecologie in Alkmaar roostert zo’n snipperdag standaard in, die kan worden besteed aan studiegerelateerde taken. Deze vaste afspraken omtrent zelfstudietijd zorgen ervoor dat het normaliseren van overuren wordt gestopt, zonder dat dit ten koste gaat van kostbare voorbereidingstijd.

Eigen verantwoordelijkheid

Uiteraard ligt de verantwoordelijkheid om grenzen aan te geven bij de coassistent zelf. Het is hierbij van belang dat ze op de hoogte zijn van de opgestelde richtlijnen, wat nu bij bijna een kwart van de geneeskundestudenten niet het geval is.2 Tevens is het van belang dat een coassistent in gesprek gaat met de afdeling: wat heeft de coassistent nodig om optimaal te functioneren en wat verwacht de afdeling van de coassistent? Het is belangrijk om te benadrukken dat het voor coassistenten lastig kan zijn om grenzen aan te geven, omdat ze zich in een afhankelijke positie bevinden en omdat afspraken over studietijd vaak ontbreken.

Aanbevelingen

Om de bovengenoemde problematiek aan te pakken en het risico op burn-out onder coassistenten te verminderen, heeft De Geneeskundestudent doelen opgesteld. Allereerst pleiten wij voor het verplicht stellen van implementatie van onderwijs over de NFU-richtlijn, voorafgaand aan het eerste coschap. Zo zijn meer coassistenten van hun rechten en plichten op de hoogte. Ten tweede zijn wij voor het structureel inplannen van zelfstudietijd vanuit de afdeling. Tot slot erkennen wij de meerwaarde van het invoeren van snipperdagen om een goede privé-werkbalans mogelijk te maken.

Dus, bent u co-opleider? Gebruik bovenstaande voorbeelden dan als een inspiratiebron en maak vergelijkbare afspraken op uw eigen afdeling. Wat u hiervoor terugkrijgt, is een generatie enthousiaste en duurzaam inzetbare dokters die vol goede moed aan hun eerste baan beginnen, zonder al bij voorbaat te zijn afgeschrikt.

auteurs

Dores van der Geest, algemeen bestuurslid De Geneeskundestudent

Florine van Dulken, projectlid De Geneeskundestudent

Lars Nijman, algemeen bestuurslid De Geneeskundestudent

Referenties

1. Nationale a(n)ios-enquête 2022 - gezond en veilig werken. (2022). De Jonge Specialist. https://dejongespecialist.nl/wp-content/uploads/2022/10/rapport-nationale-anios-enquete-gezond-en-veilig-werken-2022.pdf

2. Uurbesteding coassistenten 2022. (2024, januari). De Geneeskundestudent. https://degeneeskundestudent.nl/wp-content/uploads/2024/01/DG-Infographic-Uurbesteding.pdf

3. NFU richtlijn - coassistenten. (z.d.). NFU. https://www.nfu.nl/sites/default/files/2020-08/richtlijnenregelingstudentengeneeskunde.pdf

4. Coschappen en bijbaantje: een lastige combinatie. (2014, 13 augustus). Medisch Contact. https://www.medischcontact.nl/arts-in-spe/nieuws/ais-artikel/coschappen-en-bijbaantje-een-lastige-combinatie

5. Uurbesteding coassistenten 2021. (2023, januari). De Geneeskundestudent. https://degeneeskundestudent.nl/wp-content/uploads/2023/01/GS-A4-Onderzoeksrapport-Uurbesteding_DEC2022-1.pdf

6. Onderzoeksrapport Mentale Gezondheid. (2023, 16 februari). De Geneeskundestudent. https://degeneeskundestudent.nl/wp-content/uploads/2023/02/230216-GS-A4-Onderzoeksrapport-Mentale-gezondheid-DEF.pdf

Federatienieuws
  • Dores van der Geest

    Dores van der Geest (1998) studeert in Leiden. Ze is vijfdejaars, bestuurslid van De Geneeskundestudent en als onderdeel van die functie redacteur van Arts in Spe.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.