Nieuws
2 minuten leestijd
ingezonden reactie

Dokterstaal

Plaats een reactie
Computers hebben van het doktershandschrift een uitstervend probleem gemaakt. Als ik echter naar de tentamenvragen en powerpointpresentaties van de opleiding geneeskunde kijk, hebben we nog steeds te kampen met een hoge prevalentie van doktersspelling, doktersneologismen en doktersbeeldspraak. Als dochter van een journalist en bibliothecaresse ben ik helaas erfelijk belast met een radar voor taaleigenaardigheden. Ik zit in de collegezaal als een jurylid van het Groot Dictee der Nederlandse Taal, klaar om meewarig te zuchten als ik een fout spot. Ik kan niet anders. En als mij dat, om een chirurg te citeren, ‘een rare eend in het rijtje’ maakt, dan neem ik dat voor lief.
beeld: Thinkstock
beeld: Thinkstock

Onjuist spatiegebruik (bij ingewikkelde termen als ‘ventrikel septum defect’, maar ook bij samenstellingen als ‘linker been’) is aan de orde van de dag. Af en toe kom ik een dt-misser tegen en spelfouten zijn niet bepaald zeldzaam. Mijn favoriet in die laatste categorie heb ik onlangs gevonden in een tentamencasus. De patiënt presenteerde zich op de Eerste Hulp met pijn op de borst. Dit was begonnen toen hij aan het ‘hartlopen’ was. Dat is eigenlijk gewoon wachten op een cardiaal probleem, als je het mij vraagt.

Hoewel het niet mijn gewoonte is om hilariteit te zoeken in een college over stervensbegeleiding, vond ik er wel een prachtig doktersneologisme. ‘Patiënten gaan op verschillende manieren dood’, zei de docente plechtig. ‘Sommigen doven uit als een nachtkaars in de nacht, terwijl anderen gewoon wegkabbelen.’ Wegkabbelen? Beekjes kabbelen. Een saaie voetbalwedstrijd kabbelt soms voort. Maar een patiënt die wegkabbelt? Dat is spectaculair. Vooral omdat het niet bij wegkabbelen bleef. De docente legde uit: ‘Er zijn patiënten die tijdelijk herstellen. Die kabbelen dus soms zo weer terug!’

Nu is het allemaal leuk en aardig om achter in de zaal de taalkundige te spelen, toch zal ik nooit mijn microfoontje aanzetten om publiekelijk pedant te zijn. Af en toe is de verleiding echter erg groot. Toen iemand in mijn werkgroep pas over de alvleesklier sprak, werd zij onderbroken door de arts: ‘Pancreas. In de geneeskunde spreken wij Latijn. Als jij wilt praten als de verpleging, doe je de verkeerde opleiding.’ Het lag op het puntje van mijn tong om in te grijpen en te zeggen dat ‘pancreas’ toch echt Grieks is, maar ik hield mijn mond. Het was het niet waard. Soms is het beter om je, in de woorden van een verwarde endocrinoloog, gewoon stilletjes ‘blauw en paars te ergeren’.          

Maaike van der Plas

Meer publicaties in Ingezonden

ingezonden reactie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.