Nieuws
KNMG Studentenplatform Tom Brouwer
4 minuten leestijd

Decentrale selectie: de rechter bepaalt

Plaats een reactie

Het KNMG Studentenplatform waarschuwt voor de gevolgen van een snelle invoering van volledige decentrale selectie bij de geneeskundestudie en overspannen verwachtingen: een middelbare scholier die aan cv-building doet, wordt niet per definitie een goede arts.

Minister Plasterk overweegt in 2011 de centrale loting te vervangen door een systeem van decentrale selectie bij de toelating tot de geneeskundestudie, in navolging van het rapport van de Raad voor Volksgezondheid en Zorg. Faculteiten krijgen daarmee toestemming om al hun studenten te selecteren op inhoudelijke gronden. 

Aan buitenlanders valt het huidige systeem van loting niet uit te leggen. Met gemiddeld een acht op het eindexamen wordt een middelbare scholier sowieso toegelaten; voor het overige wordt er gewogen geloot: gemiddeld zeven geeft een hogere kans dan gemiddeld zes. Of een aankomende student geschikt of gemotiveerd is, speelt geen rol. Decentrale selectie lijkt dit onrecht uit de wereld te helpen, maar er kleven bezwaren aan een overhaaste invoering. 

Positieve effecten
Sinds het jaar 2000 experimenteren faculteiten met een systeem van decentrale selectie. Universiteiten mogen maximaal 50 procent van de plaatsen op die manier toewijzen. Het lijkt een aantrekkelijk idee om de meest geschikte studenten te selecteren op basis van zijn of haar affiniteit met hulpverlening, kennis, intelligentie en het curriculum vitae. Tot op heden is er slechts heel dun bewijs dat hierdoor de kwaliteit van de student en de toekomstige arts toeneemt en daadwerkelijk de beste kandidaten geselecteerd worden. Een onderzoek aan de Erasmus Universiteit naar de effecten van decentrale selectie laat zien dat de uitval tijdens de studie met een factor 2.5 afneemt en dat deze studenten meer extracurriculaire activiteiten ondernemen. Geselecteerde studenten scoren daarentegen geen hogere cijfers en studeren niet sneller. 

Algemene conclusies mogen hieruit overigens niet worden getrokken, want elke faculteit hanteert zijn eigen selectiecriteria. Veel universiteiten zitten nog volop in de ontwikkelingsfase van deze selectiemethode en hebben nog geen kans gehad de resultaten voldoende te evalueren. Het is daarom eerst noodzaak de komende jaren een valide en uniforme selectiemethode te ontwikkelen.

Interview
Veel universiteiten maken gebruik van een interview met de kandidaten om zicht te krijgen op onder meer karaktereigenschappen, motivatie en het niveau van communicatieve vaardigheden. Theoretisch is dit een prachtig uitgangspunt, maar in de praktijk blijkt de ene interviewer de kandidaten aanzienlijk positiever te beoordelen dan de andere. Objectieve maatstaven ontbreken tot nu toe veelal. Bovendien ligt het gevaar op de loer dat er enkel extroverte cv-builders worden geselecteerd. In toenemende mate proberen kandidaten hun cv op te leuken door een bijbaan in de zorg, vrijwilligerswerk of zelfs door mee te werken aan wetenschappelijk onderziek om meer kans te maken bij de decentrale selectie. Natuurlijk klinkt het indrukwekkend als al tijdens de middelbare school is meegewerkt aan wetenschappelijk onderzoek, maar als hij of zij niet in staat is de hoofdvraag hiervan te reproduceren, kan men er nauwelijks waarde aan hechten. 

Kostbaar
Vergeten wordt dat het ontwikkelen van een inhoudelijke selectiemethode met een goede voorspellende waarde veel geld gaat kosten. Vooralsnog lijkt de minister zijn ogen te sluiten voor het feit dat er met het facultair selecteren veel hoogwaardige menskracht is gemoeid. Het selecteren van de beste kandidaten is een uiterst tijdrovende en daarmee kostbare zaak. In het licht van de op handen zijnde bezuinigingen voor het hoger onderwijs is de kans klein dat universiteiten deze kosten kunnen dragen.
Hierbij komt dat de Algemene Wet Bestuursrecht voorschrijft dat de afwijzing van een kandidaat schriftelijk en goed gemotiveerd dient te geschieden. Bij een dergelijk besluit staat de mogelijkheid open om in beroep te gaan. Zodra teleurgestelde kandidaten dit ontdekken, zal het aantal procedures tegen geneeskundefaculteiten explosief groeien. Aangezien objectieve maatstaven ontbreken, is de kans aanwezig dat een groot deel van deze procedures worden toegewezen. Uiteindelijk bepaalt dan de rechter wie geneeskunde gaat studeren en niet de universiteit. Tevens komt hierbij de numerus fixus (het aantal studenten landelijk dat jaarlijks tot de opleiding wordt toegelaten) onder druk te staan. Een student die de procedure wint, móet immers tot de opleiding toegelaten worden. 

Consilium abeundi
In NRC Handelsblad van 18 december 2009 wijst professor Borleffs van de Rijksuniversiteit Groningen in zijn artikel ‘Loting voor studie geneeskunde achterhaald’ op het verband tussen onprofessioneel gedrag van de student tijdens de studie en de verhoogde kans op tuchtrechtelijke maatregelen later in de beroepspraktijk. Dit pleit ervoor om eerst maar eens te focussen op selectie tijdens de studie. De Wet op het Hoger Onderwijs kent binnenkort het zogenaamde consilium abeundi; onprofessionele studenten kunnen dan tijdens de studie verwijderd worden van de opleiding. Wanneer het moment hiervoor is aangebroken, moet blijken uit de rapportage die van de student is bijgehouden. Dit portfolio vormt de basis voor een betrouwbare selectie. Vooralsnog kunnen we dit niet zeggen van de nu gehanteerde decentrale selectiemethoden aan de poort van de opleiding. Nu inmiddels de eerste studenten die decentraal zijn geselecteerd afstuderen en op de arbeidsmarkt komen, is de tijd rijp voor degelijk onderzoek naar hun kwaliteiten.

Conclusie
Decentrale selectie lijkt voor de toekomst de meest rechtvaardige methode te zijn om studenten te selecteren, maar er kleven op dit moment grote bezwaren aan. Er is veel onderzoek naar de selectiemethode nodig, voordat het werkelijk zover is dat universiteiten de beste studenten kunnen selecteren. Bij een overhaaste volledige invoering zullen er nog steeds veel kandidaten onterecht worden afgewezen tegen enorme kosten en zal de rechter uiteindelijk moeten beslissen over toelating. Hiermee ondermijnt het systeem zichzelf. 

Tom F. Brouwer
Voorzitter KNMG Studentenplatform
voorzitterstudentenplatform@fed.knmg.nl

Bekijk ook

  • Dossier numerus fixus
  • Standpunt KNMG studentenplatform over de numerus fixus

Meer columns

decentrale selectie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.