Nieuws

Geneeskunde een hbo? Nee!

Plaats een reactie

Studenten vinden academische vorming essentieel

Iedere geneeskundestudent heeft in de wandelgangen wel eens horen zeggen dat zijn studie een ‘veredelde beroepsopleiding’ is. Voorbereiding op de beroepspraktijk is immers de kern. Maar kan het daar ook bij blijven? Nee, zegt de meerderheid van de studenten.

Geneeskunde is ‘de vakschool voor de hoogst opgeleiden’

Geneeskunde wordt wel eens spottend hbo-g genoemd, naar het voorbeeld van hbo-v (verpleegkunde). De vele verplichte contacturen en practica dragen bij aan dit beeld. En ook in de media heeft het universitaire aspect van de geneeskundeopleiding de laatste jaren meermaals ter discussie ge-staan.1 2 Geneeskunde zou een praktijkgerichte opleiding zijn en om die reden onder het hoger beroepsonderwijs moeten vallen. Hier staat tegenover dat geneeskunde van alle vakgebieden de meeste wetenschappelijke tijdschriften telt, en dat academische vorming in de eindtermen van de studie staat vermeld. Desondanks blijft de kritiek komen, met name van studenten van andere faculteiten.

Ideaalbeeld

Maar hoe denken geneeskundestudenten er eigenlijk zelf over? Het KNMG studentenplatform vroeg in een jaarlijkse enquête (zie kader op blz. 36) wat zij van het academische karakter van hun studie vinden.

De respondenten gaven aan waar hun studie zich op een schaal van 1 (‘alleen aandacht voor praktische competenties volgens hbo’) tot 10 (‘alleen aandacht voor wetenschappelijke competenties’) idealiter zou moeten bevinden (zie figuur 1). Gemiddeld werd een 7,1 gegeven: aandacht voor zowel praktische als wetenschappelijke competenties, met de nadruk op de academische. Dit ideaalbeeld wijkt nauwelijks af van de perceptie die studenten hebben van de huidige situatie; die krijgt gemiddeld een 6,8.

Jeroen Ponten, vijfdejaarsstudent geneeskunde aan de Universiteit Maastricht, noemt geneeskunde ‘de vakschool voor de hoogst opgeleiden’, dat wil zeggen voor de mensen die ook gecompliceerde casussen kunnen oplossen. Want het gaat immers om mensenlevens. ‘Het is van groot belang dat artsen theorie en praktijk naar elkaar toe kunnen brengen en straks een patiënt goed kunnen behandelen zonder iets te missen. Ik heb nog geen mensen gezond de deur uit zien lopen nadat ik ze de ins and outs van een kaplan-meiercurve heb uitgelegd.’ Jeroen vindt het veel belangrijker dat de opleiding studenten voorbereidt op de praktische kant van het beroep, dan dat ze leren de meest complexe statistische berekeningen te maken.

Zelfstandigheid

Aangezien ‘academisch karakter’ geen helder omschreven begrip is, is de studenten ook gevraagd wat zij belangrijk vinden aan een academische opleiding (zie figuur 2). Bijna allemaal noemen ze ‘zelfstandigheid in het studeren’ een belangrijke vaardigheid. Ook ‘kritisch lezen van wetenschappelijke literatuur’ en ‘analytisch denken en redeneren’ zijn competenties die studenten willen aanleren. Wetenschapsfilosofie sluit de rij; 48 procent van de respondenten hecht daar binnen een academische opleiding waarde aan.

Een meerderheid van de studenten vindt dat ze tijdens hun opleiding leren om zelfstandig een wetenschappelijk onderzoek uit te voeren. Bij de meeste faculteiten wordt hier dan ook een periode van een half jaar aan besteed. Ties Mulders, net als Jeroen vijfdejaars in Maastricht, is echter van mening dat statistiek in zijn opleiding tot voor kort te weinig aan bod kwam. ‘Het statistiekonderwijs had iets weg van Frans op de middelbare school: rijtjes woorden uit je hoofd leren. Dat is makkelijk als je een Frans boek leest, maar als je in Frankrijk op vakantie bent, heb je er niets aan. Je leert dingen herkennen, maar niet toepassen. Het is goed dat er sinds een paar jaar meer en beter statistiekonderwijs is.’

Minder voorkauwen

Uit de opmerkingen die studenten maakten bij de enquête van het platform, blijkt dat er meer verbeterpunten zijn. Studenten geven aan dat er naar hun idee te snel wordt overgegaan op praktische zaken, en dat er meer aandacht voor de basiskennis moet zijn. Daarbij zou er minder moeten worden voorgekauwd, zodat het analytisch denkvermogen wordt geprikkeld en het niveau van de toetsen omhoog kan. Daarnaast geeft een aantal studenten aan dat ze een andere opleiding of honoursprogramma volgen om hun wetenschappelijke kennis verder te ontwikkelen.

Juist binnen geneeskunde zijn er veel mogelijkheden voor wetenschappelijk onderzoek. Gemiddeld participeert een derde van de geneeskundestudenten na hun studie in onderzoek. Zij schrijven bijvoorbeeld een wetenschappelijk artikel of gaan promoveren.3 Sinds kort bestaan er zelfs speciale onderzoeksmasters voor geneeskundestudenten en is er de mogelijkheid om tijdens de studie te promoveren.4 5 Ook Ties Mulders is tijdens zijn opleiding – in het derde jaar – begonnen met een promotietraject bij vasculaire geneeskunde. Hij hecht veel waarde aan een wetenschappelijke basis. ‘Veel artsen kiezen ervoor om niet zelf met onderzoek bezig te zijn. Maar ook als je huisarts wordt, moet je artikelen kunnen beoordelen om door het mooie verhaal van een artsenbezoeker heen te kunnen prikken. Dat ben je aan je patiënten verplicht. Er verandert zoveel op wetenschappelijk gebied. Je hoort wel eens dat resultaten alweer achterhaald zijn vlak nadat iemand erop is gepromoveerd. Om goede zorg te leveren is het dus essentieel om wetenschappelijk onderzoek te verrichten.’

Jeroen Ponten daarentegen vindt dat de geneeskundestudie juist opleidt tot praktiserend arts, aangezien mensen genezen de kern is. Beiden vinden de studie geneeskunde wel bij uitstek een opleiding die je zelf zo uitdagend mogelijk kan maken. Zo geeft Jeroen aan dat je bijvoorbeeld mee kan lopen in een ziekenhuis en heeft hij een bestuursjaar gedaan bij zijn studentenvereniging. Ties prijst juist de mogelijkheid om onderzoek te doen naast je studie.

Evidence-based

Hun zienswijzen maken duidelijk dat twee geneeskundestudenten uiteenlopende meningen kunnen hebben over het academische karakter van de opleiding. Dit was ook terug te zien in de opmerkingen die studenten bij de
enquête hebben geplaatst. Uiteindelijk is het de bedoeling dat geneeskunde al deze verschillende toekomstige artsen aflevert; het curriculum vormt de basis en de verdieping die ze zoeken bepaalt het type arts dat ze worden.

Uit de mening van studenten komt naar voren dat de studie geneeskunde wel degelijk een academisch karakter heeft, aangezien er voldoende aandacht is voor meerdere academische aspecten van een universitaire opleiding. Het latere handelen als een arts zal tenslotte onder andere zijn gebaseerd op het toepassen van evidence-based
medicine. Geneeskunde mag dan voorbereiden op een beroep, een hbo is het zeker niet.


Enquête KNMG studentenplatform

Het KNMG studentenplatform hield in november 2008 een enquête onder 10.504 studentleden van de KNMG. De vragenlijst over verschillende geneeskundegerelateerde onderwerpen werd ingevuld door 2.460 studenten (23,4%), die een representatieve afspiegeling vormen van de geneeskundestudenten in Nederland qua opleidingsfase, geslacht en faculteit. De studenten kregen onder andere vragen over het academisch karakter van hun opleiding voorgelegd (www.knmgstudentenplatform.nl).

Het studentenplatform is een landelijke en onafhankelijke belangenbehartiger van geneeskundestudenten. Minimaal twee geneeskundestudenten vertegenwoordigen binnen het platform de eigen faculteit.


Referenties

1. Cuppen H. Rechten en geneeskunde zijn geen hbo-opleidingen. Observant 2004 (24); 27. 2. Snijders T. Geneeskunde: wetenschap of beroepsopleiding? Redactioneel. NTvG 2002; 5 (1): 1-2. 3. Cohen-Schotanus J, Reinders JJ , Agsteribbe J, Meyboom-de Jong B. Tien jaar arts: een longitudinaal onderzoek naar de loopbaan van artsen die hun studie begonnen in Groningen. NTvG, 2002 (146); 51: 2474-8. 4. www.eur.nl/master/masteropleidingen/research_
master/clinical_research
5. Borst MH de. Het Groningse MD/PhD-traject: promoveren tijdens de geneeskundestudie. NTvG Studenteneditie 2004; 7 (3): 52.


PDF van dit artikel

Figuur 1. Oordeel van studenten over het feitelijke (donkerblauw) en het gewenste (lichtblauw) academische karakter van de geneeskundestudie, op een schaal van 1 (‘alleen aandacht voor praktische competenties volgens hbo’) tot 10 (‘alleen aandacht voor wetenschappelijke competenties’); percentages respondenten, n=10.504.
Figuur 1. Oordeel van studenten over het feitelijke (donkerblauw) en het gewenste (lichtblauw) academische karakter van de geneeskundestudie, op een schaal van 1 (‘alleen aandacht voor praktische competenties volgens hbo’) tot 10 (‘alleen aandacht voor wetenschappelijke competenties’); percentages respondenten, n=10.504.
Figuur 2. Oordeel van studenten over het belang (donkerblauw) van enkele elementen van het academisch karakter van de studie geneeskunde en de mate waarin deze aan bod komen (lichtblauw); percentages respondenten, n=10.504.
Figuur 2. Oordeel van studenten over het belang (donkerblauw) van enkele elementen van het academisch karakter van de studie geneeskunde en de mate waarin deze aan bod komen (lichtblauw); percentages respondenten, n=10.504.
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.