Nieuws
seksuele intimidatie

Melden seksuele intimidatie blijft taboe

Plaats een reactie

‘Onderrapportage grotendeels gevolg van schaamte’

Een op de vijf coassistenten heeft last van seksuele intimidatie. Dat is nog evenveel als in 2006, toen het studentenplatform hier volop actie in ondernam. Wat gaat er toch fout?

Seksuele intimidatie van coassistenten is nog steeds geen uitzondering, zo blijkt uit recent onderzoek van het UMCG onder meer dan 1200 coassistenten en begeleiders. Al in 2006 voelde één op de vijf co’s zich tijdens hun coschappen seksueel geïntimideerd. De landelijke media schonken er veel aandacht aan. Ook de faculteiten waren geschokt door deze cijfers, helemaal omdat stafleden en arts-assistenten veelvuldig als dader werden genoemd. Het KNMG Studentenplatform vond het tijd voor actie: het taboe op het bespreken van seksuele intimidatie moest verdwijnen en de meldingsprocedure moest toegankelijker worden.

Als eerste ontwikkelde het platform een stappenplan (zie kader Stappenplan) om de meldingsprocedure inzichtelijker te maken. Want een onduidelijke procedure leidt meestal tot onderrapportage. De faculteiten kregen het advies om goed benaderbare studieadviseurs en vertrouwenspersonen voor slachtoffers van seksuele intimidatie aan te stellen. Ook moest de procedure voorzien in adequate vervolgstappen en aandacht krijgen in het curriculum. Studenten kregen als tips om daders aan te spreken op hun gedrag, op te schrijven wat er was gebeurd en zich op de hoogte te stellen van de meldingsprocedure.

Nu, jaren later, is er nauwelijks iets veranderd. Schokkend, vindt het studentenplatform.1 Is er werkelijk niets gebeurd of hebben de faculteiten toch iets gedaan met de voorstellen? Het KNMG Studentenplatform ging op iedere faculteit na of de meldingsprocedure sinds 2006 is verbeterd.

Maatregelen

De faculteiten hebben, naar aanleiding van de dramatische uitkomsten uit 2006, gekeken naar de reeds bestaande richtlijnen en voerden aan de hand van het stappenplan veranderingen door. Zo is er nu op de meeste faculteiten een vertrouwenspersoon seksuele intimidatie. Maar deze vertrouwenspersoon is onder studenten vaak niet bekend. In de geaffilieerde ziekenhuizen is vaak nog geen vertrouwenspersoon.

Op vier van de acht universiteiten komt seksuele intimidatie ter sprake. Het moment varieert van de preklinische fase tot de terugkomdagen tijdens de coschappen. Ook de wijze waarop verschilt: van het bespreken van het onderwerp tot studenten artikelen over seksuele intimidatie laten lezen.

Een voorloper is de Nijmeegse faculteit, waar de meldingsprocedure is aangescherpt en waar zelfs een assertiviteitstraining aan beginnende coassistenten wordt gegeven. De studenten in Nijmegen denken dat ondanks deze maatregelen seksuele intimidatie nog steeds voorkomt, maar weinig door coassistenten wordt aangekaart.

Taboe
Marloes Rikhof is vertrouwenspersoon bij de Universiteit Maastricht. Zij vindt het hoge percentage coassistenten dat zich seksueel geïntimideerd voelt verrassend en schokkend. Begin 2010 houdt de faculteit een enquête onder Maastrichtse co’s om de situatie beter in beeld te krijgen. De afgelopen drie jaar hebben maar twee coassistenten in Maastricht melding gemaakt van seksuele intimidatie. Rikhof denkt dat de onderrapportage vooral het gevolg is van schaamte over het incident. Het onderwerp is nog steeds taboe. Ook denkt zij dat het juist in de medische wereld vaak om grensgevallen gaat: situaties die de student als zeer onprettig ervaart, maar misschien niet ‘groot’ genoeg zijn om er de term seksuele intimidatie aan te verbinden. In die grensgevallen neemt een student misschien minder snel de moeite om te melden.

Rikhof is druk bezig om de meldingsprocedures onder de aandacht te brengen in Maastricht, door informatie duidelijk en opvallend op Blackboard te zetten.

Durf te melden!

Drie jaar na dato valt op de meeste faculteiten nog flinke winst te behalen. Slechts twee geneeskundefaculteiten hebben het gehele stappenplan geïmplementeerd. De meeste studenten zijn onvoldoende op de hoogte van de meldingsprocedure. Het onderwerp seksuele intimidatie moet meer aandacht krijgen bij studenten. Zoals gebeurde tijdens het in Groningen gehouden symposium ‘Seks in de witte jas; grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer’.

Maar het taboe is nog niet doorbroken. Terwijl juist meldingen de basis vormen om intimidatie, van vervelende opmerkingen tot aanrakingen, aan te pakken. Schaamte is niet nodig. Dus: studenten, durf te melden!


Samenvatting stappenplan seksuele intimidatie 2006

1. Stel een vertrouwenspersoon seksuele intimidatie aan (ook bij geaffilieerde ziekenhuizen). 2. Zorg dat de vertrouwenspersoon bekend is bij de studenten. 3. Leg een klacht- en meldingsprocedure omtrent seksuele intimidatie protocollair vast. 4. Breng het onderwerp seksuele intimidatie onder de aandacht van de studenten. 5. Besteed expliciet aandacht aan de klacht- en meldingsprocedure aan het begin van elk coschap. 6. Geef training aan studenten in het stellen van grenzen en assertiviteit. 7. Evalueer de klacht- en meldingsprocedure en de incidentie van seksuele intimidatie.

Lees ook

  • Durf seksuele intimidatie te melden!


PDF van dit artikel

seksuele intimidatie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.