Nieuws
Yfke Prins
Yfke Prins
2 minuten leestijd
Blog

Noem het beestje bij de naam

Plaats een reactie

Voor mijn onderzoeksstage bel ik geïncludeerde patiënten op om de laatste dingen uit te vragen voor onze baselinemeting. Eén daarvan is hoeveel alcohol iemand drinkt. Dit zorgt voor incidentele verassingen; zo blijkt ‘af en toe een borreltje’ bij verder navragen dagelijks alcoholgebruik te zijn. Een andere verbazing vind ik het taalgebruik. ‘Borreltje’, ‘glaasje’, ‘biertje’. De verkleinwoorden vliegen mij om de oren.

Deels is dit natuurlijk taalkundig. In het Nederlands bestaan ook veel meer verkleinwoorden dan in andere talen. Zo is Tsjechisch mijn tweede taal, maar voor zover ik weet worden er in het Tsjechisch bijna geen verkleinwoorden gebruikt. En voor sommige verkleinwoorden is er ook niet echt een goed niet-verkleind alternatief: een blik bier of een blik cola klinkt toch wel gek. Maar naast het stukje linguïstiek wordt het mijns inziens ook redelijk vaak gebruikt om dingen deels te verbloemen, omdat het verkleinwoord ervoor zorgt dat het als minder klinkt dan dat het eigenlijk is. Bij alcohol bijvoorbeeld.

Een glaasje wijn lijkt minder wijn te bevatten dan een glas wijn. Voor mij althans. Terwijl ik durf te betwisten dat alle drinkers van één glaasje wijn (overigens ook de drinkers van een glas wijn) zich houden aan de 100 ml per eenheid. Het wordt overigens ook vaak bijna schuldbewust gebracht. ‘Ik weet dat het niet goed is, maar mijn glaasje wijn bij het eten kan ik niet laten staan hoor!’ Terwijl gemiddeld één glas per dag voor vrouwen al de bovengrens is van verantwoord alcoholgebruik. Idem voor de mannen die aangeven ’s middags bij het eten een ‘wijntje’ te drinken en ’s avonds nog een ‘biertje’. Of wellicht herkenbaar voor ons als studenten: er is een ‘kratje’ bier doorheen gegaan op het feest, in plaats van een krat bier.

Er is niet per se iets mis met het gebruik van verkleinwoorden, zolang we ons bewust zijn van onze hypocrisie hierin. Maar ik ben zelf voorstander van het beestje bij de naam noemen. Dit geldt uiteraard niet alleen voor alcohol. Klinkt ‘ik heb een paar chipjes gegeten’ in plaats van ‘ik heb de halve chipszak opgegeten’ bekend? Of ik heb een ‘stukje taart’ gehad in plaats van het reëlere ‘ik heb een (groot) stuk taart gehad’? Mij wel in ieder geval.

En even los van het gebruik van verkleinwoorden om het minder erg te laten lijken: in het Nederlands is er bijna niet aan te ontkomen. Het spreekwoord ‘het beestje bij de naam noemen’ is hier een ironisch voorbeeld van. Geniet (met mate), maar zeg wel waar het op staat. Ik ga weer verder met mijn vandaag ongezonde avondeten: een pizzaatje en een colaatje.

Ook van Yfke Prins

  • Yfke Prins

    Yfke Prins schrijft graag over inspirerende artsen en specialismes. Ze is naast haar coschappen vaak op een kampeerterrein te vinden.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.