Nieuws
Sara Roos
2 minuten leestijd
Column

'Het zal wel psychisch zijn'

Plaats een reactie

Een 112-melding. Ik ben aan de beurt om de volgende patiënt te zien. Als coassistent interne op de SEH krijg ik daar zelf altijd een lichte tachycardie van. Hoe weet ik hoe ernstig het is? Is er familie bij die me op de vingers kijkt?

Ik heb nog een paar minuten en ik kijk of er al een dossier bestaat over deze patiënt. Voorgeschiedenis: schizofrenie. Oei, dat is geen intern ziektebeeld. Wat was schizofrenie ook alweer? Snel googelen: ‘Een beeld waarbij de samenhang in het denken, tussen waarneming en gedachten en tussen emoties en gedachten in ernstige mate is afgenomen.’ Daar heb ik dus helemaal niets aan. Hoe moet ik me in deze patiënt verplaatsen?

Volledig in paniek is hij vanochtend naar het politiebureau gerend. De politie heeft vervolgens 112 gebeld. En nu is hij dus hier, bij mij. ‘Buikpijn’ staat er op het bord, maar ik kan onmiddellijk zien dat er wel meer aan de hand is. Hij oogt onverzorgd, stinkt en beweegt onrustig heen en weer. Hij heeft sinds twee dagen niet gegeten en heeft het gevoel dat er wat vast zit in zijn buik, een brok amfetamine om precies te zijn. Mijn hersenen draaien overuren. Bestaat amfetamine in brokken? Ik moet echt mijn kennis over drugs gaan opfrissen. Zou die brok echt kunnen vastzitten? Bestaat dat? Ik probeer een anamnese af te nemen met mijn standaard PASFOTO en tractus digestivus. Maar eigenlijk moeten de woorden ‘Ik geloof dat ik psychotisch ben’ mij al genoeg zeggen. Hij praat wel, maar geeft geen antwoord op mijn vragen. Ik mag nog net zijn buik onderzoeken, maar halverwege heeft hij het toch maar liever niet. Hij duwt mijn hand net iets te hard van zijn buik en ik deins terug. Mijn eigen veiligheid staat op de eerste plaats, maar tegelijkertijd wil ik deze man ook zo graag helpen. Ik heb geen idee hoe het moet zijn om zo in de war te zijn.

Met gebogen hoofd loop ik terug naar de arts-assistent en er is nauwelijks iets wat ik kan overdragen. Misschien kunnen we samen meer te weten komen. Als wij op zijn kamer komen, zit hij boterhammen naar binnen te proppen. Een half brood is bijna verdwenen in die vijf minuten dat ik ben weggeweest. Hij hoort dingen die er niet zijn, plukt aan zijn lichaam en beweegt constant zijn voeten. ‘Ik wil weg.’ Maar dat kan dus niet. Hij loopt over de SEH en ook dat kan niet. De spoeddienst psychiatrie wordt ingeschakeld, onze kennis schiet hier tekort. Maar wat doen we met die buikpijn? Niets: ‘Het zal wel psychisch zijn.’ En daar gaat hij dan, op naar het volgende specialisme.

Ik kijk in ieder geval ontzettend uit naar mijn coschap psychiatrie!

Sara Roos is vijfdejaarsstudent. Hier lees je haar vorige column.

Meer columns en blogs

<b>Download deze column (PDF)</b>
coschappen psychiatrie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.